Drukke week bekroond met schitterende uitvoeringen

Liefst vijf keer liet dirigent Emmanuël Pleijers zijn mannen opdraven gedurende de afgelopen week. De moeite bleek uiteindelijk niet tevergeefs. Met als resultaat prachtige uitvoeringen in het afgelopen weekend in de St. Pauluskerk. Op zaterdag was het de grote dag voor de jubilarissen van het CCK’74 Esch-Lemiers. Na een laatste gezamenlijke generale repetitie op maandag, zongen beide koren zaterdag avond de 11 jubilarissen van het CCK toe, middels een mooie en gedragen “Deutsche Messe” van Franz Schubert, waarna de jubilarissen door een erehaag van zangers van beide koren, onder luid applaus de kerk verlieten.

Zondag was traditiegetrouw de grote dag voor de beide “Cecilia” zusterverenigingen. Zoals gebruikelijk trokken beide verenigingen onder de klanken van de Koninklijke Harmonie gezamenlijk op naar de St Pauluskerk, waar organist Rob Waltmans reeds zijn majestueuze orgel improvisatie had ingezet.
Het koor opende, ook al traditioneel met “Das ist der Tag des Herrn”.
Het koor vervolgde met de Mis ter ere van St Ignatius van de componist Franz Assenmacher, geboortig uit Ahrweiler en later woonachtig in Verviers. Deze Mis, reeds een keer eerder door het koor uitgevoerd, stelt hoge eisen aan de zangers, maar werd onder de kundige leiding van Emmanuël Pleijers met veel overtuiging uitgevoerd. Bij de eerste uitvoering, vorig jaar, werden de soli gezongen door professionals, waaronder niemand minder dan John Bröcheler. Voor de uitvoering van zondag had de dirigent gekozen voor een achttal solisten uit het eigen koor. Het was voor deze mannen voor het eerst dat ze zo voor de leeuwen werden gegooid, maar ze kweten zich met verve van deze taak. Het ontlokte een aanwezige muziekrecensent de uitspraak, dat er tegenwoordig bijna geen mannenkoren meer te vinden zijn, die een dergelijke uitvoering met eigen (amateur)solisten kunnen verwezenlijken.
Ik moet mij in het kader van dit stukje beperken tot het koor, maar het is bijna onmogelijk om hier niet de inbreng van de Koninklijke Harmonie te memoreren. En dat niet alleen omdat het een gezamenlijk optreden in één Mis was. Laat ik mij beperken door te zeggen dat mij bij de stukken van de Harmonie de koude rillingen over de rug liepen en tijdens het “Halleluja” en de bewerking van de “Moddersproach” werd zelfs menig traantje weggepinkt.
De overvolle St Pauluskerk bewees eens te meer dat het maken van mooie muziek nog steeds heel veel mensen aanspreekt en gelukkig maakt.
Na afloop van de dienst werd het koor weer onder de vrolijke mars tonen van “de Moeziek” naar het verenigingslokaal begeleid, waar uiteraard tijdens een gezellige middag nog lang werd gepraat over deze schitterende uitvoering.
J.L.